Wat zijn de opvattingen van leraren en ouders over samenwerken en contacten tussen ouders en scholen? Dit adviesrapport probeert deze vragen te beantwoorden en heeft dat gedaan door enquêtes af te nemen en gesprekken te voeren met ouders, leerkrachten en besturen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.
Samenwerking tussen ouders en scholen
Ouders erkennen het belang van samenwerking met de school en veel ouders vinden dat de school hen daarop mag aanspreken om die taak op te pakken. Leraren en schoolleiders erkennen het belang van samenwerking, maar vinden dat ouders geen zeggenschap behoren te krijgen over de inhoud en aanpak van het onderwijs. Andersom zien ouders liever geen bemoeienis met de opvoeding in de privésfeer.
Contact tussen ouders en scholen
Er is op het basis- en voortgezet onderwijs veel contact tussen ouders en school, zowel op initiatief van de school als op initiatief van de ouders. Ouders met een migratieachtergrond blijken veel moeilijker te bereiken en missen de vaardigheden om met de school in gesprek te kunnen gaan. Daarnaast vinden leraren en schoolleiders het in het VO wenselijk dat ouders en school een grotere afstand in acht houden, omdat dat nodig zou zijn voor de ontwikkeling van leerlingen tot zelfstandige individuen.
Veranderingen in het Voortgezet Onderwijs
De betrokkenheid van ouders thuis bij het onderwijs verandert naarmate kinderen ouder worden. In het basisonderwijs lezen vrijwel alle ouders hun jonge kinderen voor, en praten ze regelmatig met hun kind over school en helpen ze bij opdrachten. In het VO is dat anders: een kind wordt zelfstandiger, maar toch zijn ouders nog wel betrokken, al is dat meer in de vorm van praten over de toekomst en om hun kind te motiveren. Ook kan het zijn dat ouders tegen hun eigen beperkingen in kennis en vaardigheden aanlopen op het VO omdat de lesstof van hun kind daar complexer en specialistischer wordt.