De relatie tussen betrokkenheid van ouders en de prestaties van leerlingen is allerminst eenduidig. Als duidelijk wordt welke vormen van ouderbetrokkenheid wél een positief effect hebben op de cognitieve en niet-cognitieve ontwikkeling van kinderen, dan kunnen scholen en leraren hier effectief beleid op maken. Deze reviewstudie probeert deze vraag te beantwoorden door ten eerste de actuele stand van zaken van het onderzoek naar de effectiviteit van ouderbetrokkenheid op de leerprestaties van kinderen in het PO en VO in beeld te brengen. De auteurs analyseren hiervoor 111 studies vanaf 2003 tot heden. Ten tweede beschrijven ze 54 studies die de rol van leraren onderzoeken op de ouderbetrokkenheid.
Betrokkenheid bij het leren thuis heeft een breed effect
De resultaten van de review van studies naar de effectiviteit van ouderbetrokkenheid laten zien dat betrokkenheid bij het leren thuis de grootste effecten laat zien op de leerprestaties van leerlingen, maar ook op hun motivatie, hun welbevinden en hun zelfbeeld. De effecten van de betrokkenheid bij school en het contact met de leraar zijn veel minder sterk. Een belangrijke kanttekening bij dit onderzoek is dat het ontbreekt aan een consistente conceptualisering en operationalisering van het begrip ouderbetrokkenheid. Het is daarom moeilijk om een systematische vergelijking van de verschillende studies te maken.
Attitude en houding van leraren
De onderzoeken naar de rol van leraren bij ouderbetrokkenheid laten zien dat leraren een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de betrokkenheid van ouders. Vooral de door ouders waargenomen uitnodigingen van leraren om betrokken te zijn bij de school en het leren van hun kind thuis, stimuleren de betrokkenheid van ouders. Dit moet echter niet op een te algemene manier gebeuren: ouders zijn gebaat bij specifieke vragen en verzoeken, zoals het TIPS-project van Van Voorhis (2011). Ook de attitude van leraren zijn van invloed op de ouderbetrokkenheid. Leraren hebben nogal eens een verkeerde indruk van de betrokkenheid van ouders en vinden het moeilijk om het contact met ouders met een andere cultureel-etnische achtergrond vorm te geven. Daarnaast kan aandacht voor ouderbetrokkenheid ook juist ongelijkheid in de hand werken. Leraren oordelen gunstiger over de betrokkenheid van ouders uit de hogere sociale milieus en zijn beter in staat om deze ouders te betrekken. Tot slot kan een te sterke machtspositie van leraren de betrokkenheid van de ouders negatief beïnvloeden, zeker als zij verwachten dat de ouders zich slechts als ‘supporter’ opstelt.