Kinderen die uit gezinnen met een lage sociaal-economische status komen die thuis een andere taal spreken dan op de VVE-groep, lopen het risico om bij aanvang van de basisschool een taalachterstand te hebben in de doeltaal. Het is belangrijk om deze kinderen snel in het zicht te hebben en hen te helpen met hun ontwikkeling in de doeltaal, want de vroege taalontwikkeling van kinderen is voorspellend voor hun schoolloopbaan. De onderzoekers in deze studie focussen daarom op een goede samenwerking tussen ouders en school, het trainen van ouders en een taalrijke thuisomgeving. De vraag daarbij is of deze drie dingen een positief effect hebben op de taalontwikkeling van de kinderen.
Een intensief ouderprogramma met veel voorbeelden voor ouders
In deze studie deden twee groepen ouders mee: veertien ouders die een trainingsprogramma volgeden en veertien ouders die dat niet deden. De ouders in de eerste groep kregen in het jaar dat hun kinderen naar de kinderopvang gingen, 25 trainingen van een uur. Deze trainingen sloten heel nauwkeurig aan bij de inhoud van het programma op de VVE-locatie. Een belangrijk onderdeel van het traininsprogramma was dat ouders veel voorbeelden kregen van wat ze thuis konden doen met hun kinderen, bijvoorbeeld hoe ze moesten voorlezen en hoe ze bginnende geletterdheid kunnen stimuleren. Daarnaast kregen de ouders ook diverse taalspellejtes mee naar huis om de taalontwikkeling op een ontspannen manier thuis te stimuleren.
Effecten nog steeds zichtbaar in groep 8
Uit de resultaten bleek dat de knderen van de ouders die meegedaan hadden aan de trainingen, een betere woordenschat hadden ontwikkeld en beter letters en woorden konden herkennen. Dit efffect was zichtbaar in groep 3, maar ook nog steeds in groep 8. De kinderen van de ouders die hadden meegedaan aan de training, scoorden beter op een leestoets dan kinderen van ouders die niet aan de training hadden meegedaan.