Visie op samenwerking met ouders
Manon verwoordt de visie van SKH op het vormgeven van ouderbetrokkenheid als volgt:
“Ouders zijn bij ons in de lead. Als wij niet aansluiten bij, wat binnen hun context past en goed voelt, dan zal een kind nooit verder groeien. Ons uitgangspunt is dan ook altijd: hoe kunnen wij als organisatie een rol spelen in de opvoeding van uw kinderen?”
Het beleid is er volledig op gericht dat ouders zich veilig voelen, en bijzonder in dezen is dat SKH samen met de gemeente hier een gemeenschappelijke visie op heeft, het zogenaamde Haarlemmermeers model. Centraal in dit model staat het systemisch kader: een kind is een kind in een context en daarom staat samenwerking met ouders en andere partijen per definitie hoog op de agenda.
Om een dergelijke goede samenwerking tot stand te kunnen brengen, gebruikt SKH een speciale communicatiemethode die onderdeel is van het Haarlemmermeers model: de trein van boos naar middel. Het uitgangspunt van deze methode is dat medewerkers achterhalen waarom ouders vragen wat ze vragen, of waarom er bijvoorbeeld spanning is in een gesprek. Daniella vertelt hoe zij deze methode toepaste bij een moeder die niet aanwezig was bij een activiteit op de groep: “Ik ben met haar het gesprek aangegaan waarom ze niet kwam en toen bleek dat ze zich schaamde omdat ze niet begreep wat er gezegd werd. Met die informatie kon ik naar een oplossing zoeken: ze kon bijvoorbeeld iemand meenemen, of we konden haar koppelen aan een andere ouder. Daarna is ze altijd gekomen!”
Op de groep en thuis: met ouders in contact
Het is natuurlijk goed dat de beleidsmedewerkers en de VE-tutoren getraind zijn in een methode als de trein van boos naar middel, maar dat werkt niet als het daarbij blijft. “We moeten ook alle medewerkers meenemen in de trein!”, aldus Manon. Daarom besteedt SKH veel aandacht aan extra training voor de pedagogisch medewerkers. Dat begint met het volgen van extra modules taalontwikkeling bij de basistraining van Piramide waarmee SHK werkt. Daarnaast werkt de stichting mee aan het project Alert for you, een project om de samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg te bevorderen. Ook is er een nauwe samenwerking tussen de tutoren en pm’ers, zegt Daniella: “Als er aandachtspunten zijn die besproken moeten worden met ouders, dan vraag ik bewust of pm’ers dit willen doen.” Op die manier hoeven zij niet alleen standaardinformatie te geven en versterken zij hun band met de ouders.
Zoals hierboven al naar voren kwam, heeft het inzetten van een communicatiemethode als de trein van boos naar middel tot doel dat ouders zich veilig voelen. Dat heeft tot gevolg dat ouders en kinderen zich uitdrukken in de taal waar zij zich emotioneel het beste kunnen uitdrukken, of dat nou het Nederlands is of een andere (thuis)taal. Zo wordt ouders aangeraden om het VVE-thuis materiaal in de eigen taal te doen, als dat het makkelijkst gaat. Hetzelfde raadt SKH ouders aan als het gaat om moeilijke en/of emotioneel beladen onderwerpen. Manon herinnert zich de volgende situatie: “Ik voerde een aantal zorggesprekken met twee Afrikaanse ouders. Op zich ging dat goed, want een oudere zoon van hen sprak Nederlands en de moeder vertelde veel. Alleen: de vader bleef op de achtergrond. Op een gegeven moment werd het duidelijk hij zich in het Nederlands niet goed genoeg kon uitdrukken. We zijn overgeschakeld naar het Frans, waarna ook hij actief mee kon doen aan het gesprek. In die taal kon hij aangeven waarom hij bepaalde keuzes maakte in zijn opvoeding en vertelde hij zijn heftige migratieverhaal. Dat was waardevolle informatie voor ons, omdat wij hem daarna ook beter begrepen.”
Naast het veilige gevoel, werkt SKH aan de samenwerking met ouders door hen te stimuleren om actief mee te doen in de (taal)ontwikkeling van hun kinderen. “Dat begint met het aanleren van de vuistregels van VVE-Thuis (NJI),” vertelt Sabine. “Dat doen we soms ook in spelvorm, om de discussie erover aan te wakkeren: waarom is het bijvoorbeeld belangrijk om je kind te volgen?” Ook krijgen ouders veel materiaal van het VVE-thuis programma mee naar huis, waarna er in een bijeenkomst nadrukkelijk besproken wordt hoe het gegaan is. Alleen maar meegeven werkt niet, net zoals alleen het meegeven van een nieuwsbrief niet werkt: “Je moet actief contact zoeken met ouders, bijvoorbeeld in de vorm van een appgroep. Het leuke van zo’n appgroep is dat niet alleen wij als SKH actieve participatie kunnen stimuleren, maar dat ook ouders zelf hier vragen kunnen stellen, bijvoorbeeld over het VVE-thuis materiaal. Ook kunnen ouders foto’s delen van activiteiten die ze met hun kind hebben gedaan. Dat werkt activerend én inspirerend voor alle ouders!”, aldus Daniella.
Samenwerken met andere organisaties en formele ouderparticipatie
Zoals hierboven al opgemerkt, werken verschillende organisaties in de gemeente Haarlemmermeer samen rondom de opvang van kinderen en SKH is hier een onderdeel van. Het is kenmerkend voor het Haarlemmermeers model waarin het systemische kader centraal staat: een kind is een kind in een context. Het begint met samenwerking met Jeugdgezondheidszorg: de meeste kinderen worden aangemeld door hen omdat ze een VE-indicatie hebben. Daarnaast is er een nauwe samenwerkingsband met welzijnsorganisatie Meerwaarde die ondersteuning kan bieden in de vorm van opstapprogramma’s. Ook kan via hen gebruikt worden gemaakt van kindwerkers die gespecialiseerd zijn in het omgaan met een cultureel diverse doelgroep. Er wordt ook nauw samengewerkt met de onderwijsadviesdienst en logopedisten. Tot slot is de overdracht naar de basisschool heel warm: de tutor is hier verantwoordelijk voor waardoor de leerkracht goed weet waar zij/hij op in moet springen en hoe zij/hij het (woordenschat) onderwijs rijk kan neerzetten.
Naast samenwerking met andere partijen werkt SKH ook samen met ouders op formele wijze. Alle locaties, peuteropvang, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven, hebben een oudercommissie. Deze commissies bestonden al voor de kinderopvang, maar zijn nu ook verplicht voor de peuteropvang. Dat vraagt wel een omslag in het benaderen van ouders, aldus Manon: “Voorheen vroeg je ouders in de oudercommissie van een peuteropvanglocatie voornamelijk om te helpen bij relatief overzichtelijke evenementen, zoals het helpen bij een thema-ochtend. Nu vraag je ze om beleid te lezen, goed te keuren of af te wijzen. Dat was wel wennen, maar dat loopt nu goed.” Overigens is het wel zo dat er nu voornamelijk niet-VE ouders in de commissie plaatsnemen, en dat heeft er mee te maken dat het nu toch een vrij talig overleg is geworden. Daar ligt nog een uitdaging voor SKH, om ook hier alle ouders bij de organisatie te betrekken.