Bernstein (1971) constateerde in eerder onderzoek dat als kinderen als ‘achtergesteld’ worden bestempeld (bijvoorbeeld omdat zij uit een lager sociaaleconomisch milieu komen), leerkrachten lagere verwachtingen over de leerprestaties van deze leerlingen hebben. De auteurs stellen kritische vragen bij een dergelijk verwachtingspatroon: uit tal van onderzoeken blijkt immers dat het overgrote deel van de ouders, ongeacht sociale klasse en etniciteit, alles in het werk stelt om de schoolloopbaan van hun kinderen zo goed mogelijk te laten verlopen. Naar aanleiding van bovenstaande worden drie onderzoeksvragen gesteld:
- Is de verwachting over de prestaties van de leerling hoger als het oordeel over de onderwijsbetrokkenheid van de ouders gunstig is?
- Wijzigen verwachtingen over prestaties en onderwijsbetrokkenheid gedurende het schooljaar?
- Wordt de ouderbetrokkenheid van leerlingen uit een hoger sociaaleconomisch milieu gunstiger beoordeeld dan de ouderbetrokkenheid van leerlingen uit een lager sociaaleconomisch milieu?
Inschatting van leraren over prestaties, betrokkenheid en SES
Om bovenstaande vragen te beantwoorden, hebben de auteurs 17 basisschoolleerkrachten in september, aan het begin van het schooljaar, gevraagd om 8 leerlingen te kiezen: 4 waarvan zij aan het begin hoge verwachtingen hadden over de leerprestaties en 4 waarvan zij minder hoge verwachtingen hadden. De keuze voor de selectie van deze leerlingen lag geheel bij henzelf. Daarna werd hen gevraagd om 16 vragen over de ouderbetrokkenheid van deze 8 leerlingen te beantwoorden. Ook werd hen gevraagd om een inschatting te maken van de sociaaleconomische status van de ouders. Beide sets vragen over ouderbetrokkenheid en SES werden aan het einde van het schooljaar, in juni, nogmaals herhaald.
Inschatting betrokkenheid, prestaties en SES hangen samen
De resultaten laten zien dat de inschatting van de ouderbetrokkenheid hoger is als de verwachtingen van de leerprestaties ook hoog zijn. Andersom werd aangetoond dat de inschatting van de ouderbetrokkenheid lager is als de verwachtingen van de leerprestaties ook laag zijn. Dit verwachtingspatroon veranderde niet gedurende het schooljaar: in juni waren de relaties tussen verwachtingen van de leerprestaties (en nu ook de resultaten) en de ouderbetrokkenheid gelijk. Tot slot werd aan het begin van het schooljaar een significante samenhang gevonden tussen de vermoede SES van het kind en de vermeende onderwijsbetrokkenheid. Hoe hoger de SES werd ingeschat, des te positiever de indruk van de leerkracht over de onderwijsbetrokkenheid, en omgekeerd.