Iedere middelbare scholier krijgt met keuzes te maken op het gebied van opleiding en beroep. Om deze keuzes goed te kunnen maken, moeten leerlingen een aantal vragen beantwoorden: wat wil ik, wat kan ik, welk werk past bij mij, hoe bereik ik dat en wie kan mij daarbij helpen? Scholen spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van deze zgn. loopbaancompetenties, maar de invloed van ouders op de loopbaan(keuzes) van hun kinderen is net zo groot. Deze handreiking gaat in op de rol van met name laagopgeleide ouders bij dit keuzeproces en doet concrete adviezen voor scholen om ouders te begeleiden in dit proces.
De rol van ouders bij loopbaanoriëntatie
Of een ouder daadwerkelijk op een effectieve wijze thuis loopbaanondersteunend gedrag vorm kan geven, wordt bepaald door het beeld dat zij hebben van hun rol in dat proces, het beeld van hun eigen effectiviteit en van de mate waarin zij zich door de school uitgenodigd voelen om hun betrokkenheid te uiten. Lager opgeleide ouders hebben zeker belangstelling voor de loopbaankeuzes van hun kind, maar vinden het lastiger dan hoogopgeleide ouders om hen hier mee te helpen. Veel ouders bieden wel belangrijke sociale steun, maar hun steun op het gebied van loopbaanoriëntatie is minder effectief.
Welke competenties hebben ouders nodig?
Er zijn een aantal zaken die ouders nodig hebben om hun rol te kunnen vervullen. Dat is ten eerste een gedegen ondersteuning vanuit de school die bij voorkeur concrete activiteiten aanbiedt om het gesprek thuis te starten. Daarnaast is het opbouwen van zelfvertrouwen dat ouders het echt kunnen, hun kinderen begeleiden, enorm belangrijk. Tot slot is de vaardigheid om te leren reflecteren op de keuzes van kinderen (die vaak nog niet in staat zijn om zelf goed te reflecteren op de lange termijn), goed om onder de knie te hebben als ouder.