Hoe vaker kinderen op jonge leeftijd worden voorgelezen, hoe groter hun woordenschat op latere leeftijd en hoe beter hun kansen op school. Stichting lezen deed daarom onderzoek naar het effect van het inzetten van BoekStart, een programma om het leesklimaat op opvangen te bevorderen. Hiervoor hebben 93 managers en 330 pedagogisch medewerkers een vragenlijst ingevuld over verschillende onderwerpen, waarbij we hier focussen op ouderbetrokkenheid, deskundigheidsbevordering en samenwerken met bibliotheken.
Visie en deskundigheidsbevordering
De ingevulde vragenlijsten van de managers laten een aantal opvallende aspecten zien. Zo zijn managers over een aantal onderdelen van het voorleesklimaat relatief kritisch omdat het moeilijk te realiseren is. Het gaat dan om het deelnemen aan een lokaal leesbevorderingsbetwerk, het coördineren van leesbevordering en het stimuleren van ouderbetrokkenheid. Tegelijkertijd zien managers, opvallend genoeg, ook niet direct het belang van deze aspecten voor een goed voorleesklimaat. Wat betreft deskundigheidsbevordering in relatie tot het samenwerken met ouders, geven pedagogisch medewerkers aan vooral behoefte te hebben aan ondersteuning bij het stimuleren van ouders om thuis te lezen, het signaleren van laagtaalvaardige gezinnen en rekening houden met taalverschillen tussen kinderen bij het voorlezen.
Samenwerken met bibliotheken
De deelnemende organisaties geven aan dat zij ouders wijzen op de mogelijkheden bij de bibliotheek en dat zij ouders stimuleren om thuis veel voor te lezen. De samenwerking met bibliotheken krijgt op verschillende manieren vorm: van het wijzen op de mogelijkeden en schriftelijke informatie meegeven (Kinderboekenweek of Nationale Voorleesdagen) tot het organiseren van inhoudelijke activiteiten rondom boeken en deelname aan projecten waarbij ouders thuis voorlezen of worden voorgelezen.